Collectieven zijn op de goede weg
De agrarisch natuurbeheer (ANB) Collectieven in Zeeland en Brabant zijn drie jaar op weg. Rinus van ’t Westeinde en Herman Wijdeven, voorzitters van respectievelijk Poldernatuur Zeeland en Collectief Oost-Brabant, evalueren de voors en tegens van het agrarisch natuurbeheer nieuwe stijl.
De kern van het nieuwe agrarisch natuur- en landschapsbeheer, dat op 1 januari 2016 het levenslicht zag, is een collectieve aanpak en toepassing van agrarisch natuurbeheer op de meest kansrijke plekken. De daarvoor opgerichte Collectieven maken gebiedsplannen, sluiten beheercontracten af met de boeren en regelen de controle, monitoring en administratieve afwikkeling.
‘Het loopt goed’, concludeert Herman Wijdeven, voorzitter van ANB Collectief Oost-Brabant, tevreden. ‘De samenstelling van ons bestuur is nog hetzelfde als bij aanvang. We hebben een goede en duidelijke taakverdeling met ieder zijn verantwoordelijkheden. Het animo voor agrarisch natuurbeheer is groot in ons werkgebied. Het gaat dusdanig goed met de contracten dat we nu al door de financiering voor de totale zesjarige periode heen zijn.’
Jaarlijks hebben de drie Brabantse collectieven gezamenlijk 2,8 miljoen euro te besteden voor het afsluiten van beheerpakketten. En voor komend jaar heeft de provincie nog 250.000 euro beschikbaar gesteld voor gebiedsaanvragen. Wijdeven: ‘Een groot deel van ons budget gaat naar het weidevogelbeheer in de Beerse Overlaat en uitvoering van natuurbeheer op 27,5 hectare van Landgoed Princepeel. Er zijn tot op heden weinig tot geen klachten over de uitvoering.’
Ondersteuning
In Zeeland en Brabant krijgen de collectieven ondersteuning van ZeeBra, een samenwerking van ZLTO, Landschapsbeheer in Zeeland en Brabant en het Brabantse en Zeeuwse Particulier Grondbezit. Ook dat bevalt Wijdeven prima. ‘ZeeBra verwerkt onder meer de gebiedscontracten en ontfermt zich over optimalisatieplannen. Zo willen de communicatie-uitingen van de afzonderlijke collectieven koppelen zodat er meer eenduidigheid is en het is natuurlijk effectiever. Voor de doorstart in 2022 willen we dat de monitoring van de beheercontracten goed geborgd en geregeld is. De zogenoemde groene vrijwilliger wordt steeds ouder, ook daar zie je een flinke vergrijzing optreden. We zien wel een grote rol voor de ANV’s hierin maar we zijn er nog niet helemaal uit hoe we dit moeten aanpakken.’
De Brabantse collectieven hebben onderling met het Zeeuwse collectief Poldernatuur een Herenakkoord gesloten. ‘Zo schuiven we geld door als het bij het ene collectief over is en een ander collectief nog wat nodig heeft’, legt hij uit. ‘Daarnaast koppelen we zaken terug in het voorzitterscollectief. Daar zijn we uniek in en we worden landelijk als voorbeeld gezien.’
Wijdeven wil de banden met ZLTO verder aanhalen ‘om elkaar te versterken en te ondersteunen op het gebied van agrarisch natuurbeheer. Er waren wat strubbelingen, onder meer door het opheffen van de ZLTO klankbordgroep Natuur en Landschap. Maar daar hebben we een punt achter kunnen zetten. Problemen zijn er niet om te blijven. Je kunt daar rekening mee houden in overleggen.’
Wijdeven kijkt verder vooruit als het gaat om samenwerking tussen de collectieven. ‘Het is al eens benoemd om op termijn één Brabants collectief over te houden. Maar laat ik voorop stellen dat er nog geen concrete plannen zijn hiervoor.’
Zeeland kent van begin af aan maar één collectief: Poldernatuur Zeeland. Dit collectief coördineert en beheert de subsidiestroom en sluit daarvoor contracten af voor akkerrandenbeheer, botanisch weilandbeheer en landschapselementen.
Rinus van ’t Westeinde is voorzitter van het negenkoppige bestuur van Poldernatuur. ‘Het gaat goed. Het feit dat we gegroeid zijn van 1,6 miljoen naar 2,2 miljoen euro aan beheerspakketten op jaarbasis tot en met 2021 geeft aan dat we ambitie tonen. En dat de ondernemers er heil in zien.’
Van ’t Westeinde is wel kritisch over de invulling van het agrarisch natuurbeheer. ‘Ik vind dat we veel breder moeten kijken dan alleen akker- en weidevogelbeheer. We worden nu teveel gestuurd door afspraken binnen EU verband. Agrarisch natuurbeheer moet meerdere doelen dienen en moet meer onderdeel zijn van biodiversiteit in al zijn verschijningsvormen. Je kunt akkerranden zo inrichten dat het zowel goed is voor de vogels als voor bijen en andere insecten. Denk aan de FAB-randen (functionele agro biodiversiteit, red.) zoals we die voorheen hadden. Het is ook onze rol als collectief om kansen te zien.’
Banden aanhalen
Net als de Brabantse buren is ook het Zeeuwse collectief druk bezig met een professionaliseringsslag. Van ’t Westeinde: ‘Intern moeten we dat handen en voeten geven zodat het allemaal nog soepeler gaat lopen. Zo gaan leden van de ANV’s zelf klussen oppakken zoals de coördinatie van beheerpakketten. Daar zijn we heel blij mee. Iedereen zet zijn schouders eronder.’
De Zeeuwse bestuurder sluit zich aan bij de woorden van zijn Brabantse collega Wijdeven. ‘We moeten de band met ZLTO meer aanhalen. Zij zijn sterk in belangenbehartiging en begeleiding, wij kunnen veel input geven het beleid en de visie van ZLTO op het gebied van agrarisch natuurbeheer. We moeten elkaar versterken en niet allemaal zelf het wiel proberen uit te vinden.’
Kader
In Zeeland zijn alle negen ANV’s verenigd in het collectief Poldernatuur. Brabant is verdeeld in West, Midden en Oost. In de collectieven West en Oost zijn elk zes ANV’s verenigd, in Midden acht ANV’s. De drie ANV’s in het Gelderse ZLTO-gebied hebben zich aangesloten bij het collectief Rivierenland, samen met drie andere ANV’s.
Alleen ANV de Maasheggen valt niet onder de paraplu van collectief Oost, maar is aangesloten bij Deltabeheer Nederland. ‘Het begin was teleurstellend omdat we de Maasheggen er niet bij kregen’, zegt Herman Wijdeven, voorzitter van collectief Oost, eerlijk. ‘Maar de verstandhouding is nu goed, met het gezicht naar elkaar toe. Er is goede afstemming en wij vertegenwoordigen het Deltacollectief bij de landelijke koepel BoerenNatuur.’